Competentie 6: Organiseren

 

Organiseren van projecten gericht op sport-, beweeg- en voorlichtingsprogramma’s in samenwerking met alle betrokken partijen binnen en buiten een organisatie.

Niveau 3

De startende professional Sport en Bewegen organiseert een sport-, beweeg- en voorlichtingsprogramma voor een specifieke doelgroep in de beroepspraktijk.

 

De student:

6.3.1 hanteert een draaiboek voor de activiteit

6.3.2 werft en benadert deelnemers en doelgroepen

6.3.3 werkt samen met medestudenten

6.3.4 regelt de ruimte en middelen om activiteit(en) te laten plaatsvinden

6.3.5 maakt afspraken en komt deze na

6.3.6 evalueert de activiteit en stelt verbeterpunten op

6.3.7 levert een proportionele bijdrage aan het organiseren van de activiteit

6.3.8 geeft blijk van oplettendheid, signaleert het werk dat nodig is en voert het uit

6.3.9 neemt actief deel aan besluitvorming en taakverdeling in groepen of teams en toont zich bereid anderen te helpen, denkt met anderen mee

6.3.10 maakt gebruik van de inbreng en expertise van anderen, overlegt waar nodig of gewenst, evalueert de samenwerking, geeft op constructieve wijze feedback

6.3.11 blijft in spanningsvolle situaties rustig en houdt het overzicht

6.3.12 hanteert risicomanagement bij het organiseren van de activiteit, waarbij veiligheid voorop staat

6.3.13 maakt meningsverschillen bespreekbaar en hanteert daarbij het “win-win principe”

6.3.14 werkt samen met andere disciplines (bestuurders, deelnemers, trainers

 

 

 

Ervaring

Tijdens mijn stage voor gemeente Amsterdam heb ik mij onder andere bezig gehouden met de organisatie van een aantal promotie evenementen. Een voorbeeld hiervan is het zwemevenement in de kerstvakantie, waar kinderen gratis aan deel konden nemen wanneer zij zich aanmeldde via de website die ik aan het promoten was (6.3.2). Voor dit evenement heb ik een draaiboek ontwikkeld (6.3.1) (Bewijs: draaiboek zwemevenement, https://docs.google.com/document/d/1V56p4Pn8WKSd7biOloz_TQtctiZVdeUMeJQrfrVZlLY/edit?usp=sharing). Dit evenement was mijn verantwoordelijkheid, en organiseerde ik grotendeels zelfstandig (6.3.7, 6.3.8 & 6.3.12). Om deze dag tot een succes te maken werkte ik samen met het bestuur van het zwembad, en een combinatiefunctionaris van een zwemvereniging (6.3.13 & 6.3.14).

 

Tijdens de minor strategisch sportbeleid diende de klas die deze minor volgde een congres te organiseren ter eren van het tien jarig bestaan van de opleiding. Om te bepalen welke projectgroep werd gekozen als coördinerende groep, diende er vooraf pitches gegeven te worden. De groep die hier het beste zijn plannen voor het congres in presenteerde werd hiervoor gekozen. Dit werd uiteindelijk mijn projectgroep.

Om deze dag soepel te laten verlopen is er een draaiboek geschreven (6.3.1.). De voornaamste taak van mijn groep was om de samenwerking met medestudenten, en de stuurgroep te coördineren (6.3.3.). Om de voor het congres georganiseerde activiteiten in te delen zijn lokalen en andere locaties geregeld (6.3.4. & 6.3.5.). Tijdens de organisatie signaleerden wij regelmatig acties die nog ondernomen moesten worden. Hierbij nam ik actief mee in de taakverdeling en in het geven van feedback (6.3.7., 6.3.8. & 6.3.9.). Hiernaast vergaderden wij regelmatig met de stuurgroep, en de uitvoerende groepen om nieuwe ontwikkelingen te bespreken, en de te maken voortgang (6.3.10, 6.3.11, 6.3.14 & 6.3.14). Na afloop van het congres is er een evaluatie geschreven met hoe het gehele proces beter aangepakt had kunnen worden (6.3.6) (Bewijs: Draaiboek congres, https://docs.google.com/spreadsheets/d/1joMdgdsRApTBWacLCjss8U8JqgoAGNihrhUKk-c8ce4/edit?usp=sharing).

 

Naast het congres heb ik samen met mijn projectgroep een wijkactiviteit georganiseerd. Hierbij werkte wij samen met dansvereniging DSG, en een basisschool. De activiteiten werden gegeven op de basisschool aan de kinderen die daar les kregen. (Bewijs: draaiboek wijkactiviteit, https://docs.google.com/document/d/1UnvhzvdpegcyglM2XB8kzdw_nL2pWpEcs8ffSTlowOw/edit?usp=sharing).

 

Sterke punten

Ik zie als sterk punt dat ik goed ben in het benaderen van samenwerkingspartners, en in het maken van afspraken. Een voorbeeld hiervan kan ik geven uit het organiseren van een wijkactiviteit. Wij kwamen er op een redelijk laat moment achter dat de basisschool waar wij in eerste instantie afspraken mee gemaakt hadden niet meer mee wou werken. Ik ben toen zelf achter een nieuwe school aangegaan, die ik binnen een dag na een hoop mailtjes en telefoontjes geregeld had (6.3.14).

 

 

Ontwikkelpunten

Waar ik mij nog verder in zou kunnen ontwikkelen, is het werken aan risicoanalyses. Door bij de organisatie van evenementen vooraf goed te kijken naar wat er fout kan gaan, kun je deze punten uitsluiten, of beter oppakken tijdens het evenement zelf (6.3.12).

 

 

Situatie (STARR)

S: Tijdens het organiseren van een wijkactiviteit gebeurde het helaas dat de school waarmee wij samen zouden werken twee weken voor het evenement afzegde.

T: Mijn taak was om te zorgen dat wij als samenwerkingspartner een basisschool hadden, die voor de kinderen die meededen aan onze activiteiten zou zorgen.

A: Op het moment dat dit gebeurde ben ik snel gaan handelen. Zo heb ik gelijk via zowel mail als telefonisch meerdere basisscholen benadert met de vraag of zij bereidt waren om mee te doen aan ons evenement.

R: Na meerdere pogingen kwam ik in contact met een gymdocente die erg enthousiast was over dansen. Zij was bereidt om mee te werken, maar kon niet voldoen aan onze eis om met de kinderen naar de locatie van de dansvereniging te komen. Na onderhandelingen met de dansvereniging is het gelukt om de dansvereniging zo ver te krijgen mee te komen naar de basisschool, om daar de lessen ter promotie van hun dansvereniging te geven. Dit heeft geresulteerd in een succesvolle dag, waarbij ongeveer 120 kinderen kennis hebben mogen maken met dans.

R: