Competentie 5: Begeleiden

 

Begeleiden, coachen en adviseren van individuele deelnemers van sport-, beweeg- en voorlichtingsactiviteiten.

Niveau 3

De startende professional Sport en Bewegen begeleidt individuele deelnemers bij sport-, beweeg- en voorlichtingsactiviteiten die fysieke en/of psychische beperkingen hebben in een authentieke beroepssituatie.

Context: meervoudig en beroepspraktijk.

 

De student:

5.3.1 observeert het gedrag van individuele deelnemers

5.3.2 schat het niveau in van de deelnemer, zowel op fysiek als op mentaal en sociaal gebied

5.3.3 past zich aan de fysieke, mentale en sociale eigenschappen van de deelnemer aan

5.3.4 stimuleert planmatig gedragsverandering van de deelnemers

5.3.5 waarborgt de veiligheid van de deelnemer

5.3.6 bepaalt de beginsituatie d.m.v. het testen en meten van deelnemers

5.3.7 onderzoekt mogelijke factoren die afbreuk kunnen doen aan het effect van het programma en werkt planmatig aan het wegnemen van deze factoren

5.3.8 opereert binnen de randvoorwaarden en cultuur van een bedrijf of instelling

 

 

Ervaring

Tijdens BEL heb ik voor het vak individuele begeleiding een cliënt begeleid. Deze cliënt gaf aan sinds een half jaar een vaste baan te hebben waarbij ze de gehele dag achter een computer zat. Tijdens dit half jaar deed ze niet meer aan sport, en was ze aangekomen. Door middel van een intakegesprek en beginmetingen is haar beginsituatie in kaart gebracht (5.3.6). Gedurende het gehele traject heb ik geprobeerd om op een positieve manier te laten weten dat ik achter haar keuze stond om een gezonde leefstijl aan te nemen (5.3.4). Aan de hand van de beginmetingen heb ik het niveau van mijn cliënt ingeschat zodat de oefeningen op de juiste gewicht (5.3.2). Hierdoor kon de veiligheid van mijn cliënt gewaarborgd worden (5.3.5). In de loop van de trainingsperiode werd het gewicht aangepast aan de voortgang van mijn cliënt (5.3.3 & 5.3.1). Het trainingsschema is opgesteld aan de hand van literatuur, en ook het aanpassen van gewichten aan de hand van voortgang werd gedaan met behulp van literatuur (5.3.7) (Bewijs: individuele Begeleiding, https://docs.google.com/document/d/1vqgLzCG1iAH6uDA4HratsId6KHGxYKfRlDCWeDpjRzQ/edit?usp=sharing).

 

 

Sterke punten

Ik vind van mijzelf dat ik goed ben in het inschatten van het niveau van een cliënt. Bij deze cliënt lagen de door mij ingeschatte gewichten tijdens de eerste training al vrij dicht in de buurt van wat voor haar op dat moment haalbaar was (5.3.2).

 

 

Ontwikkelpunten

Ik zou mij nog verder kunnen ontwikkelen in het planmatig aanpassen van de leefstijl van een cliënt (5.3.4).

 

 

Situatie (STARR)

S: Tijdens het trainen met mijn cliënt kwam ik er na een paar weken achter dat zij meer vooruitgang boekte dan ik door had. Zo werden de trainingen na een paar weken iets te makkelijk.

T: Mijn taak was om voor mijn cliënt een trainingsschema te maken waarbij ik haar bleef uitdagen.

A: Tijdens een tussentijds gesprek kwam ik er achter dat de eerste trainingen als redelijk zwaar werden ervaren, maar dat dit al snel makkelijk werd. Door in overleg de gewichten van de oefeningen zwaarder te maken kreeg de cliënt tijdens de trainingen toch weer voldoende uitdaging.

R: Dit resulteerde in een mooie vooruitgang, waarbij zowel de tussentijdse doelen als de einddoelen werden behaald. Ik had verwacht dat de cliënt zelf wel aan zou geven wanneer het te makkelijk zou gaan. In de toekomst zou ik hier zelf beter op moeten letten, en zelf de training uitdagend moeten blijven maken.

R: